Rond 1970 leidde een zoeken naar éénduidigheid wat betreft het beroep verpleegkunde tot enkele belangrijke documenten, zoals het leerboek Algemene verpleegkunde van A.H.M. van den Bergh-Braam. Dat boek wordt wel gezien als het eerste leerboek verpleegkunde in Nederland, waarin een definitie van verplegen wordt gegeven die betrekking heeft op de mens als een geheel van psychologische, somatische, sociale en spirituele eenheid.[1]

Fundamentele zienswijzen worden in een discipline weerspiegeld in de inleidingen en handboeken van die discipline.[2] Volgens Cusveller zouden zienswijzen voor wat betreft de relatie tussen levensbeschouwing en zorg dan ook te vinden moeten zijn in de leerboeken verpleegkunde.[3] Hij onderzoekt dit via een inventarisatiestudie. Aan negentien Hogere beroepsopleidingen in Nederland wordt de vraag voorgelegd welk inleidend verpleegkundig leerboek hun opleiding gebruikt. Van de gebruikte boeken werden de trefwoordenregisters nagezocht op termen die onder de verzamelnaam levensbeschouwing kunnen vallen zoals “geloof”, “zingeving”, “godsdienst”, “religie”, “normen”, “spiritualiteit”, enzovoorts. Deze termen bleken nauwelijks voor te komen in de trefwoordenregisters. Toch blijkt bij het nalezen van deze boeken dat er veel passages zijn die wel aandacht geven aan deze thema’s en waarin de betekenis van levensbeschouwing  voor de zorgverlening onderkent wordt. Al is daarbij sprake van verschil in terminologie, kan er toch geconcludeerd worden dat aandacht voor de spirituele kant van de patiënt een fundamenteel onderdeel van de verpleegkundige zorg wordt geacht te zijn.

Maar, de verpleegkundige moet volgens deze “Inleidingen in de verpleegkunde” dan mogelijk aandacht hebben voor de spirituele kant van de zorgvrager, toch lijkt er wat dat betreft binnen hogere beroeps opleidingen tot verpleegkunde te weinig aandacht gegeven wordt aan dit thema. Dat blijkt onder andere uit de totstandkoming van het “Competentieprofiel zorg voor spiritualiteit” dat pas in 2002 als een “verkennende literatuurstudie” gepubliceerd werd. In de inleiding van dit rapport wordt gesteld: “Met het competentieprofiel dat in dit rapport wordt voorgesteld kan bijvoorbeeld in opleidingen een onderwijsaanbod worden opgezet om deze competenties te trainen.” Schrijver van dit rapport is docent aan de Christelijke Hogeschool Ede binnen de opleiding verpleegkunde en als hij spreekt over “kan een onderwijsaanbod worden opgezet” dan betekent dat dit tot in 2002 niet was opgezet in Nederland. Van Leeuwen geeft dan ook aan dat: “Deze literatuurstudie een eerste aanzet probeert  te geven om in een lacune te voorzien”.[4] Een verpleegkundig model dat aandacht krijgt binnen de Hogere Beroepsopleidingen in Nederland en die expliciet aandacht geeft aan “spiritualiteit” is “Het Neuman systems model”. Dit model is wel ondergebracht in een studieboek voor de HBO opleidingen.[5]

Onderbelichting van het thema “Geestelijke nood” binnen Hogere opleidingen tot verpleegkunde, is niet iets specifieks Nederlands. Ook in de Verenigde Staten blijkt dit een bekend verschijnsel te zijn. Uit een studie onder 132 hogere opleidingen tot verpleegkunde in de Verenigde Staten, blijkt dat vrijwel geen enkele opleiding “Geestelijke zorg door verpleegkundigen” definieert of aandacht geeft terwijl er meer dan voldoende literatuur over dit thema beschikbaar is.

Om wat dichter bij huis te blijven: ook in Frankrijk blijkt onkunde te bestaan onder verpleegkundigen wat betreft het werken met de verpleegkundige diagnose “Geestelijke nood”. Uit een onderzoek dat in 1996 gehouden is onder verpleegkundigen blijkt aanwezige kennis slechts een intuïtieve kennis te zijn voortkomend uit persoonlijke levenservaring en niet voortkomend uit opleiding[6]. Het resultaat is dat vrijwel geen enkele verpleegkundige planmatig of methodisch aandacht geeft aan “Geestelijke nood” ook niet als de patiënt een grote wens blijkt te hebben om juist met de verpleegkundige hierover te praten. Het onderzoek betrof Aids patiënten en kanker patiënten in de terminale fase.[7]

Literatuur betreffende psychiatrische verpleegkunde die binnen Hogere opleidingen tot verpleegkundige in Nederland gebruikt wordt, is voor een groot deel samengesteld door psychiaters. Een veelgebruikt boek als “Psychiatrie”[8] beoogt “…de student die kennis van de psychiatrie aan de reiken die voor de psychiatrische verpleegkunde onontbeerlijk is”[9] en is geschreven door zeven psychiaters en twee psychologen.[10] Helaas is bij dit werk geen verpleegkundige direct betrokken. Het is dan ook niet vreemd maar wel jammer dat een verpleegkunde diagnose als “Geestelijke nood” binnen dit theoretische raamwerk geen aandacht krijgt. Wel wordt enige aandacht gegeven aan het bestaan van verschillende zienswijzen maar vervolgens overheerst de medisch-biologische. Aandacht voor gevolgen van stoornissen op sociale leven van de zorgvrager is er wel maar er wordt geen melding van gemaakt dat de psychiatrische zorgvrager vanwege zijn stoornis en los van zijn stoornis met vragen zou kunnen kampen die te maken hebben met “Geestelijke nood”.

Een veelgebruikte studiemodule in Nederland is verder het boek “Psychiatrische verpleegkunde”[11] De samenstellers van dit boek zijn wel verpleegkundigen en zijn werkzaam als docent verpleegkunde aan de Christelijke Hogeschool Ede. “Bij een beroep dat zo sterk op mensen gericht is, waar leven en gezondheid soms aan een zijden draad hangen, spelen je normen en waarden direct en indirect een belangrijke rol. Wie studeert aan de Christelijke Hogeschool Ede kan erop rekenen dat de zorgvuldige aandacht daarvoor gekaderd is in de christelijke levensovertuiging.”[12] Dit statement geeft aan dat normen en waarden en de christelijke levensovertuiging maatgevend zouden moeten zijn bij de ontwikkeling van verpleegkundige zorg. Helaas is dat niet direct te merken aan het hier genoemde studieboek. De verpleegkundige diagnose “Geestelijke nood” wordt er niet in genoemd evenmin als het domein “waarden en overtuigingen”.

Aandacht voor “Geestelijke nood” in relatie tot de psychiatrische zorgvrager blijkt een gevoelig thema binnen de opleidingen tot verpleegkunde. Hier blijken twee stromingen met elkaar in botsing te komen en die twee hebben tot nu toe geen samenwerking gekend. Binnen de opleiding verpleegkunde aan de Christelijke Hogeschool Ede wordt nu voor het eerst gewerkt aan een keuzemodule met als titel “Pastoraat of Psychiatrie?”[13] waarin studenten worden voorbereid om aan vragen rond dit thema aandacht te geven. De titel verwoordt dat het om twee visies gaat die in de praktijk met elkaar strijdig lijken te zijn.


[1] Commissie Positiebepaling Beroep van Verpleegkundige en Verzorgende, 1991

[2] Kuhn S., “De structuur van wetenschappelijke revoluties”, Boom, Meppel, 1987, p.28

[3] Cusveller B.S., “De betekenis van levensbeschouwing voor verpleegkundige zorgverlening; een exploratief bronnenonderzoek”, In: Verpleegkunde 1998, nr 3. p.150

[4] Leeuwen van R.R., Cusveller B.S.“Verpleegkundig competentieprofiel zorg voor spiritualiteit Een verkennende literatuurstudie”, Prof G.A.Lindeboominstituut, Ede, 2002, p.5

[5] Verberk F., Kuiper de M., “Verpleegkunde volgens het Neuman systems model; vertaling en bewerkt voor de Nederlandse praktijk; HBO-reeks gezondheidszorg / welzijn”, 1998

[6] Kohler,-C, “The nursing diagnosis of “spiritual distress”, a necessary re-evaluation”, Rech-Soins-Infirm. 1999 Mar; (56): 12-72

[7] Callister,-L-C; Bond,-A-E; Matsumura,-G; Mangum,-S, “Threading spirituality throughout nursing education“,  Holist-Nurs-Pract. 2004 May-Jun; 18(3): 160-6

[8] Stolk P.J. e.a., “Psychiatrie”, SMD, Leiden, 1992

[9] p.8

[10] p.5/6

[11] Bos A., R.R. van Leeuwen, “Psychiatrische verpleegkunde; Het verplegen van patienten met een verstoord functioneren.”, SMD, Leiden, 1994

[12] CHE, “Studiegids verpleegkunde”, Ede, 2005, ; http://topshare.che.nl/vpk

[13] Walraven L, Chevalking H., “Pastoraat of Psychiatrie?”, A-Module keuzestroom, 1ste druk, concept, 2006